Oefenen voor de amn-toets
Leestekens
Welke zin is goed?
- Ik vroeg nog: 'Geeft dat geen onrust?'
- Ik vroeg nog 'Geeft dat geen onrust?'
- Ik vroeg nog: Geeft dat geen onrust?
- 'Ik vroeg nog: Geeft dat geen onrust?'
Welke zin is goed?
- Mag ik een speciaal applaus voor Imco, Jürgen en Thomas?
- Mag ik een speciaal applaus voor Imco, Jürgen, en Thomas?
- Mag ik een speciaal applaus voor Imco, Jürgen en, Thomas?
- Mag ik een speciaal applaus? Voor Imco Jürgen en Thomas?
Welke zin is goed?
- 'Jongens en meisjes,' zei juf, 'morgen moet iedereen een hoed op.'
- 'Jongens en meisjes, zei juf, morgen moet iedereen een hoed op.'
- 'Jongens en meisjes, zei juf, 'morgen moet iedereen een hoed op.
- Jongens en meisjes: 'zei juf', morgen moet iedereen een hoed op.
Welke zin is goed?
- Toen ik thuiskwam, was er geen brood meer in de kast.
- Toen, ik
thuiskwam was er geen brood meer in de kast.
- Toen ik
thuiskwam was er geen brood meer, in de kast.
- Toen ik
thuiskwam was, er geen brood meer in de kast.
Welke zin is goed? - Ze krijgt drieëndertig rozen voor haar verjaardag.
- Ze krijgt drie-en-dertig rozen voor haar verjaardag.
- Ze krijgt drie-en-dertig-rozen voor haar verjaardag.
- Ze krijgt driëendertig rozen voor haar verjaardag.
Welke zin is goed?
- Hé, kijk uit!
- Hé kijk uit!
- Hé, kijk uit?
- Hé kijk uit?